Nederlanders leven steeds duurzamer. Wil jij dit ook, maar weet je niet waar je moet beginnen? Met deze tips verklein je in 4 eenvoudige stappen je ecologische voetafdruk.

Om je heen zie je misschien al wel wat dingen veranderen: de buurman die zonnepanelen heeft, iemand in de rij bij de kassa met een eigen meegenomen tasje of de zoveelste televisiereclame over wat jij kunt doen voor een beter milieu. Logisch dat je dan niet helemaal weet waar je moet beginnen en wat nu echt duurzamere keuzes zijn. Lees gauw verder en ontdek hoe jij met kleine aanpassingen in je dagelijkse levensstijl je steentje kunt bijdragen.

1. Eet iets minder vlees

De snelste en meest effectieve manier om je ecologische voetafdruk te verkleinen is het eten van minder vlees. Als je een echte bourgondiër bent en wel van een lekker stukje vlees houdt, klinkt dit misschien niet zo aantrekkelijk. Gelukkig zijn er al veel lekkere plantaardige alternatieven en kun je met een paar kleine aanpassingen al veel bereiken:

  • Probeer één dag in de week vegetarisch te eten. Hiermee bespaar je ongeveer 1 maand douchewater, gemiddeld 1740 gram CO2-uitstoot en 1 maand werken voor een boom (Nationale Week Zonder Vlees). Stel je voor als je daar 2 of 3 dagen van zou maken!
  • Kies vaker voor kip (wit vlees) in plaats van rund (rood vlees). Kip heeft namelijk een veel lagere belasting op het milieu. Om een indicatie te geven van hoeveel impact een stukje rood vlees heeft op het milieu, maakt Milieu Centraal de volgende vergelijking: ‘’Wekelijks een gezinsmaaltijd steak op jaarbasis zorgt voor bijna evenveel CO2-uitstoot (0,9 ton CO2) als het volledige stroomverbruik in een gemiddeld huishouden (1,2 ton CO2). Om dat te compenseren moeten meer dan 40 bomen een jaar lang groeien.’’
  • Eet kleinere hoeveelheden vlees. Maak bijvoorbeeld een lekker wokgerecht of pasta waar je vlees in verwerkt in plaats van een stuk vlees als hoofdonderdeel van je maaltijd.

2 . Kies je groente en fruit bewust

Hoewel vlees de meeste impact heeft, kun je ook met groente- en fruit duurzamere keuzes maken. Zo is seizoensgroente- en fruit veel duurzamer. Simpelweg, omdat het niet met het vliegtuig naar Nederland hoeft te komen of in verwarmde kassen is gekweekt. Het Voedingscentrum geeft een mooi overzicht per seizoen zodat je het hele jaar door duurzamere keuzes kunt maken. Maar er zijn meer dingen die je kunt doen. Op Milieu Centraal vind je een heleboel tips over duurzame groente en fruit consumptie. We delen de makkelijkste tips om mee te beginnen:

  • Kijk bij het aanschaffen van groente en fruit waar het vandaan komt. Staat er een ver, exotisch land op de verpakking? Dan is de kans groot dat het product per vliegtuig is vervoerd. Ga liever voor producten uit Nederland of een Europees land, deze zijn waarschijnlijk per trein of vrachtwagen naar Nederland gekomen.
  • Koop in de winter geen vers zacht fruit, omdat dit met het vliegtuig moet komen of wordt verbouwd in een verwarmde kas. Wil je toch graag zacht fruit eten? In de diepvries vind je veel verschillende vers gevroren fruitsoorten.
  • Veel stevig fruit kun je het hele jaar kopen. Appels en peren zijn hiervan de meest duurzame optie en bijna het hele jaar verkrijgbaar.
  • Neem een eigen tasje mee voor je groente en fruit zodat je onnodig plastic verpakkingsmateriaal kunt vermijden. Bij diverse supermarkten zijn tegenwoordig herbruikbare groentezakjes te koop.

Toch blijft het lastig om per groente of fruit te bepalen wat de duurzamere optie is, omdat in ons land veel groentes op beide manieren worden verbouwd. Zo worden tomaten en komkommers bijvoorbeeld in de winter in gewoon in een verwarmde kas gekweekt. Dan is een tomaat die uit Spanje komt beter voor het milieu, dan die uit de verwarmde kas, omdat de CO2 impact van Spaanse producten die naar Nederland worden vervoerd lager is dan de Nederlandse productie in de verwarmde kas.

De prijs zegt vaak ook iets over de impact op het milieu. Uit onderzoek blijkt dat hoe duurder de groente, hoe slechter voor het milieu. Het is een grove vuistregel, maar kan best handig zijn voor als je in de supermarkt staat.

3. Voorkom voedselverspilling

Dit lijkt misschien een inkoppertje, maar nog steeds wordt er jaarlijks zo’n 9% van ons eten ongebruikt weggegooid. Dit komt neer op zo’n 34 kilo voedsel per persoon per jaar. Als je uitrekent hoeveel kilo dit is van alle Nederlanders bij elkaar, besef je vast wel dat voedselverspilling een groter probleem is dan je aanvankelijk dacht. Niet alleen is dit zonde van het eten, ook kost dit je gemiddeld 120 euro per jaar. De oorzaken van verspilling zijn verschillend. Vaak heb je teveel ingekocht, iets te lang bewaard of is het product gewoon niet lekker. Met deze eenvoudige shop- en bewaartips help je mee om voedselverspilling tegen te gaan:

  • Zet de temperatuur van je koelkast op 4 graden: zo blijven voedingsmiddelen het langst houdbaar.
  • Zet producten die je in de koelkast moet bewaren, zo snel mogelijk terug in de koelkast.
  • Bewaar tomaten, paprika en aubergine buiten de koelkast om te voorkomen dat ze bederven door de kou. Dit geldt ook voor tropisch fruit. Heb je er al een stukje afgesneden? Dan kun je het nog één dag in de koelkast bewaren.
  • Gooi niet zomaar alles weg na de houdbaarheidsdatum. Er bestaan twee soorten houdbaarheidsdata: de TGT-datum en de THT-datum. TGT betekent ‘te gebruiken tot’ en staat op kort houdbare producten zoals vlees en voorgesneden groenten. Is deze datum verstreken? Gooi het product dan weg, het is na deze datum namelijk niet meer veilig om te eten. Bij producten met een THT-datum ligt dit anders. Denk maar aan een pak melk of een doosje eieren dat een paar dagen over datum is. Voor deze producten geldt: kijk, ruik en proef een beetje om te bepalen of het product nog goed is.
  • Koop in de winkel producten die bijna over de datum zijn en maak ze snel op, anders gooit de supermarkt ze weg.

Vind je het lastig? De Verspillingsvrije coach, een app van Milieu Centraal, helpt je op weg!

4. Kies voor groene stroom

Niet alleen met bewuste voedingskeuzes, ook door te kiezen voor groene energie verminder je jouw ecologische voetafdruk. Groene stroom is energie die afkomstig is van duurzame energiebronnen die onuitputtelijk zijn, zoals: windmolens, zonnepanelen, biomassa en waterkracht.

Op dit moment heeft 70% van de Nederlandse huishoudens een groenestroomcontract. Toch is nog maar 7% van de energie in ons land duurzaam opgewekt. Dit betekent dat ruim 60% een groenestroomcontract heeft, maar eigenlijk grijze stroom koopt. In onze blog ‘Wat is nu echt groene stroom?’ leggen we uit hoe dit kan.

Steeds meer mensen stappen over op groene stroom. Dat is ook nodig. Maar wat is groene stroom nu eigenlijk en hoe weet je of de groene stroom die je kiest wel écht groen is? 

Wil je overstappen naar groene stroom of ben je al overgestapt? Goed bezig! Dat we samen overstappen naar groene stroom is belangrijk om de klimaatdoelstellingen te behalen. Toch bestaat er nog veel onduidelijkheid over wat groene stroom precies is. Dat is ook niet zo gek, want niet alle groene stroom is hetzelfde. Anders dan grijze stroom, waarbij de elektriciteit wordt opgewekt uit fossiele brandstoffen, wordt groene stroom opgewekt uit duurzame energiebronnen. Een belangrijk criteria voor groene stroom is dat dit duurzame energiebronnen zijn die niet opraken. Dit zijn de wind, de zon, organische materialen en water.

Verschillende soorten groene stroom

In Nederland zijn er veel aanbieders van groene stroom, maar zij bieden niet allemaal hetzelfde aan. Er zit namelijk verschil in de milieuvriendelijkheid van de soorten groene stroom. Weet jij nog niet welke? Lees dan gauw verder.

Windenergie en zonnepanelen

Een groene manier van energieopwekking is via windmolens en zonnepanelen. Beiden putten uit een onuitputtelijke bron en richten geen schade toe aan de lucht. Wel heeft de productie van wind- en zonneparken schadelijke effecten. Toch zijn de schadelijke effecten over de hele levensduur van windmolens en zonnepanelen veel lager dan bij alle andere methodes. Op dit moment komt 55% van de groene energie in Nederland van windenergie en 17,5% van zonne-energie.

Biomassa

27% van onze groene energie wordt opgewekt met biomassa. Of groene stroom ook echt groene stroom oplevert hangt volgens de Consumentenbond af van wat er wordt verbrand om energie op te wekken. Biomassa kan bijvoorbeeld mest of hout(afval) zijn. Met houtafval wordt er wel groene stroom opgewekt, maar vanuit duurzaam oogpunt is een ander gebruik van hout nog beter. Ook levert elke verbranding van hout luchtvervuiling op. Deze vervuiling is bij grote biomassacentrales wel beter te beperken, dan wanneer je zelf thuis lekker de houtkachel aan doet.

Zeker wanneer er speciaal voor de opwekking van energie oerbossen moeten worden gekapt of gewassen worden geteeld kun je je afvragen of dit wel zo’n duurzame methode is. Biomassa met vermesting is er ook zo een: het materiaal dat hiervoor nodig is, is ook geschikt als veevoer. Biomassa is wel helemaal ‘groen’ bij vergisting van rioolslib, waar toch weinig anders meer mee wordt gedaan.

Waterkracht

Nederland is een echt waterland, toch wordt maar 0,5% van onze energie met waterkracht opgewekt. Volgens de Consumentenbond wordt waterkracht als duurzame methode beschouwd wanneer het kleinschalig wordt opgewekt zodat de visstand en ecosystemen worden verstoord. Bij grootschalige waterkrachtcentrales gebeurt dit wel.

Hoe zit het dan met aardgas?

Aardgas is een niet onuitputtelijke bron en de verbranding ervan zorgt voor Co2 uitstoot. Daarom is aardgas officieel geen groene stroom. Toch stoot een gascentrale de helft minder Co2 uit in vergelijking met kolencentrales en is de uitstoot van andere vervuilende stoffen veel minder. Aardgas hebben we (totdat er een andere oplossing is) nu nog wel even nodig als back-up in tijden van windstilte of weinig zon.

Hoe groen is mijn groene stroom?

Zonnepanelen

Bijna 70% van de Nederlandse huishoudens heeft een groenestroomcontract, toch is nog maar 7% van de energie in ons land duurzaam opgewekt. Dit betekent dat ruim 60% een groenestroomcontract heeft, maar eigenlijk grijze stroom koopt. Dit komt door de Garantie van Oorsprong, die in het leven is geroepen om de opwek van groene stroom te stimuleren.

Energieproducenten krijgen zo’n Garantie van Oorsprong certificaat voor iedere megawatt aan duurzame energie die ze opwekken. Zo kunnen ze laten zien dat ze de stroom die ze verkopen duurzaam is opgewekt. Toch gaat dit niet helemaal eerlijk. In landen waar bijna alle energie duurzaam wordt opgewekt, zoals in Noorwegen, zijn deze certificaten vrijwel niets waard. En dus verkopen ze deze certificaten, zonder de bijbehorende energie, aan producenten van grijze energie. Lees hier meer over hoe dit kan.

Of de groene stroom die je krijgt wel echt groen is, hangt niet alleen af van de duurzame energiebron of het land waar het vandaan komt, maar ook van de leverancier. Een leverancier van zonne-energie die ook nog een kolencentrale heeft gebouwd, is niet zo duurzaam als hij doet lijken. Dat zou zonde zijn!

Kies je eigen energiebron

Met al die onduidelijkheden en addertjes onder het gras, zou het fijn zijn als je gewoon je eigen windmolen of zonnepanelen zou kunnen hebben of niet? Vandebron heeft hier een oplossing voor. Je kiest hier niet alleen voor biomassa, wind- of zonne-energie. Nee, je kiest ook of jouw groene stroom van Leo en Willemine uit Zeewolde of van een zonnepark in Tilburg vandaan komt. Een heuse energie marktplaats: dat is niet alleen slim, maar ook leuk! Klik hier voor meer informatie over groene energie bij Vandebron.

Je hebt er vast wel eens last van: moe wakker worden met het gevoel dat je niet hebt geslapen. Gelukkig is daar iets aan te doen! 13 tips voor een goede nachtrust.

Iedereen slaapt wel eens een nachtje slecht. Toch kan het echt vervelend zijn wanneer je meerdere nachten of weken achter elkaar de slaap maar niet kan vatten. Steeds maar woelen en elk uur de wekker zien, daar wordt niemand vrolijk wakker van. Slaap je echt een langere periode slecht? Dan kan dit zelfs concentratieproblemen, prikkelbaarheid, stemmingsklachten en vergeetachtigheid veroorzaken. Gelukkig zijn er eenvoudige trucjes die je overdag kunt toepassen om ‘s nachts wat beter te slapen. Ook de omstandigheden waarin je slaapt zijn van invloed op je nachtrust. We geven je 11 tips zodat ook jij voortaan uitgerust wakker wordt.

Hoe de dag invloed heeft op je nachtrust

Een van de factoren waardoor je een onrustige nacht tegemoet gaat is de manier waarop je overdag leeft. Dit heeft veelal te maken met hoe druk je bent en je voedingspatroon. Met onderstaande tips die je overdag kunt toepassen, slaap jij weer als een roos.

  • Stop met snoozen
    Misschien vind je snoozen wel het fijnste dat er is, toch bevordert de snooze-knop het fris wakker worden niet. Sterker nog: snoozen maak je juist wat suffig. Sta daarom meteen na je eerste wekker op voor een frisse start van je dag.
  • Zorg voor voldoende daglicht
    Voldoende daglicht overdag houdt de biologische klok scherp en zorgt voor een diepere, ononderbroken slaap in de nacht. Daglicht stimuleert namelijk de productie van het slaaphormoon melatonine dat ervoor zorgt dat jij ‘s avonds moe wordt. Met behulp van de volgende tip zorg je voor voldoende daglicht.
  • Maak iedere dag een wandeling
    Voldoende bewegen is sowieso goed voor de gezondheid, maar helpt ook om ‘s nachts beter te slapen. Zoals net al werd gezegd helpt wandelen om voldoende daglicht binnen te krijgen, maar ook om stress te verminderen. Het is bewezen dat je alleen met wandelen je hersenen een pauze geeft. Fietsen of een boek lezen voelt misschien ook als ontspanning, maar hierbij staan je hersenen nog steeds ‘aan’.  Kies daarom zeker op dagen dat je je gestresst voelt voor een wandeling van zo’n 30 minuten. Je zult merken dat het helpt om te onthaasten en ontstressen.
  • Sport niet te laat
    Wanneer je te kort voor het slapen gaan sport, zit je lichaam nog vol adrenaline. Je lichaam heeft nog even nodig om tot rust te komen, waardoor je zult merken dat in slaap komen lastiger gaat. Sport daarom niet later dan drie uur voor het slapen gaan. Ook te fanatiek trainen kan ervoor zorgen dat de adrenaline in je lichaam uit balans raakt en je ‘s nachts niet goed kunt slapen. Bouw daarom ook voldoende rust in wanneer je sport.
  • Geen suiker en koffie na 16.00 uur
    Het is misschien een inkoppertje, maar toch wordt er vaak uit gewoonte rond 20.00 uur nog een bak koffie gedronken met een zoete koek erbij. Hoe lekker dit ook is; de cafeïne en suikers die je hiermee binnenkrijgt zorgen ervoor dat stresshormonen je slaap verstoren.
  • Vermijd alcohol
    Met een glaasje alcohol val je gemakkelijker in slaap, maar de kwaliteit van je slaap gaat tegelijkertijd naar beneden. Uit onderzoek blijkt dat je hier zelf niets van merkt, maar dat die diepe slaap die je ‘s nachts nodig hebt, korter en van mindere kwaliteit. Iets om rekening mee te houden als je echt behoefte hebt aan een goede nacht.

Zorg voor goede slaapomstandigheden

Niet alleen overdag, ook de omstandigheden tijdens de nacht zijn van invloed op de kwaliteit van de nacht. Het belangrijkste is dat je op vaste tijden naar bed gaat en tot niet te laat voor een telefoon of tv-scherm zit. Doe je dit wel, dan verstoort het blauwe licht van deze apparaten je biologische klok. Zorg daarnaast ook voor goede slaapomstandigheden:

  • Pas het lichtniveau in huis aan
    Dim ‘s avonds de lampen in huis om je biologische klok een beetje te helpen. Dit geldt ook voor mobiele apparaten en tv schermen: leg je telefoon op tijd aan de kant en zet de tv tot niet te laat aan.
  • Maak je slaapkamer donker
    Je slaapcyclus wordt al verstoort door het kleinste beetje licht in je slaapkamer van bijvoorbeeld een lantaarnpaal of nachtlampje. Zorg daarom dat je in een goed verduisterde kamer slaapt.
  • Laat je telefoon in de woonkamer
    Toch nog even dat ene Whatsappje beantwoorden of dat spelletje doen; door hier vlak voor je bed nog mee bezig te zijn, ga je minder  Ook het blauwe licht van je telefoon vertraagd de melatonine productie. Laat daarom je telefoon in de woonkamer en voorkom je dat je in bed langer gaat scrollen dan je eigenlijk van plan was.
  • Slaap in een kamer van ± 18 graden
    In een te warme kamer gaan slapen zorgt ervoor dat je moeilijker in slaap komt. Uit onderzoek is gebleken dat je het best slaapt in een kamer die 18 graden is.
  • Maak je hoofd leeg
    Heeft je wandeling niet voldoende geholpen om je hoofd rustig te krijgen? Schrijf in een boekje alles op dat door je hoofd spookt: van boodschappen die je moet onthouden tot dat ene probleem waar je mee zit. Doe hierna eventueel nog wat ademhalingsoefening om verder te ontspannen.
  • Keer regelmatig je matras
    Om optimaal gebruik te maken van je matras is het belangrijk om iedere maand even je matras te keren (van boven naar beneden). Daarnaast is het aan te raden om je matras om te draaien (dus je hoofdeinde naar het voeteneinde). Dit hoeft natuurlijk niet wanneer je een matras hebt dat aan 1 kant beslaapbaar is.
  • Slaap in een schoon bed
    Tot slot is het aan te raden om regelmatig je bed te verschonen, want zeg nou zelf: in een fris bed slaap je toch het allerlekkerst?

 

 

 

 

Niets vervelender dan tijdens een wandeling een oer-hollandse plensbui over je heen krijgen en kletsnat verder moeten lopen. 9 tips om jezelf droog te houden tijdens een dag wandelen.

Een goede voorbereiding is het halve werk

Ben je een liefhebber van onze Nederlandse natuur? Dan horen regenbuien daar nu eenmaal ook bij. Om onder elke omstandigheden te kunnen genieten van het moois dat Nederlandse natuurgebieden te bieden hebben, is het verstandig om goed voorbereid op pad te gaan. Dit begint met het aanschaffen van de juiste kleding, schoenen en rugzak, maar er zijn meer handige tips die je helpen om een wandeldag met een glimlach door te komen.

  1. Draag laagjes
    Een gouden regel als je gaat wandelen is het dragen van laagjes. Begin altijd met een onderlaag: deze draag je als eerste laag en voert vocht en overschot aan warmte af. Draag als het wat kouder is ook een tussenlaag: deze houdt je warm.
  2. Zorg voor waterdichte kleding
    Over de onderlaag en eventuele tussenlaag draag je een derde, buitenste laag. Zorg dat deze laag een ademende, waterdichte en winddichte jas is. Afhankelijk van de weersituatie kies je voor een ongevoerde of gevoerde jas. Neem ook een goede regenbroek mee.
  3. Kies de juiste schoenen
    Waar een klein stukje wandelen nog prima gaat op je alledaagse schoenen, is het voor een dag wandelen aan te raden om goede wandelschoenen aan te trekken. Goede wandelschoenen geven je de juiste ondersteuning, voorkom je dat je na twee uur al blaren hebt én houdt je enigszins je voeten droog. Enigszins ja, want als je echt een hele dag in de regen loopt laten zelfs de beste wandelschoenen uiteindelijk water door. Wel is het slim om bij het aanschaffen van wandelschoenen te letten op het materiaal: kies voor wandelschoenen die relatief snel drogen. Dat is wel zo prettig als het toch nog droog is tussendoor! Bekijk de betere wandelschoenen.
  4. Neem een regenhoes mee
    Veel wandelrugzakken, groot en klein, hebben een ingebouwde regenhoes die je binnen 1 minuut over je rugzak hebt heengetrokken. Dat is nog veel gemakkelijker dan een losse regenhoes kopen.
  5. Doe je wandelkaart in een plastic hoesje
    Kaart lezen is vrij cruciaal wanneer je wandelt in een voor jou onbekend gebied. Niet alleen handig voor je wandelkaart; er zijn ook speciale plastic hoesjes voor je telefoon met een koordje eraan zodat je deze onder je regenjas om je nek kunt hangen. Zo kun je toch nog een mooie foto maken als de regenboog ineens verschijnt.
  6. Neem een set droge kleding mee
    Soms regent het zo hard dat zelfs regenkleding niet werkt, daarom is het verstandig om altijd een set droge kleding mee te nemen. De gouden tip is dat je deze droge kleding in een afgesloten plastic tas in je rugzak doet. Zo kom je niet voor verrassingen te staan wanneer je besluit je ‘’droge’’ kleding aan te trekken.
  7. Vergeet ook geen extra sokken mee te nemen
    Wandelen met natte voeten is funest voor je voeten. Door de wrijving van natte sokken in je schoenen is de kans op blaren groot. Neem voor een dagwandeling 2 paar extra wandelsokken mee en stop onderweg op tijd om van sokken te wisselen. Bekijk het Carl Denig aanbod.
  8. Draag een hoed
    Voor iedereen die een bril draagt is het aan te raden om een hoed met een brede rand te dragen. Zo voorkom je dat je binnen de kortste keren niets meer ziet, omdat je bril onder de regendruppels zit of beslagen is. Ook wanneer het echt koud is, is het slim om een hoed of muts onder je capuchon te dragen: de meeste warmte verlies je namelijk via je hoofd.
  9. Neem een kleine paraplu mee
    Begint het te regenen, maar is het eigenlijk te warm voor een regenpak of is het maar een klein buitje? Voor dit soort situaties heb jij een kleine paraplu in je rugzak gestopt. Handig toch!

Spullen drogen na de wandeling

Net zo belangrijk als de juiste wandelkleding aantrekken is het uithangen van natte wandelkleding na een dag lopen. Het niet of verkeerd uithangen van je wandelkleding- en schoenen kan er namelijk voor zorgen dat je spullen kapot gaan.

Wandelrugzak

Ook al heb je een regenhoes voor je rugzak, als je maar lang genoeg in de regen loopt, wordt ook uiteindelijk je rugzak nat. Maak voorzichtig schoon met een vochtige doek en laat je rugzak daarna op z’n kop zo natuurlijk mogelijk drogen. Dus niet op de verwarming of in de felle zon.

Wandelkleding & wandelschoenen

Ook voor je kleding en schoenen geldt dat je deze niet op de verwarming of in de felle zon moet laten drogen. Het leer van je wandelschoenen kan namelijk scheuren wanneer het te snel of ongelijkmatig droogt. Ook kan het materiaal van wandelkleding vaak niet tegen de warmte van een verwarming. Kijk hier dus mee uit en hang je kleding bijvoorbeeld onder buiten onder een overkapping zodat het lekker doorlucht. Wanneer je een dagwandeling maakt kun je je shirt en broek na een dag lopen natuurlijk gewoon in de wasmachine doen.