Door zuinig om te gaan met energie gaat je energierekening omlaag en help je mee aan een beter milieu. Maar hoe bespaar je nu efficiënt energie? 11 tips waar je direct mee aan de slag kunt.

Zuinig omgaan met energie vind je belangrijk. Niet alleen omdat dit je honderden euro’s per jaar kan opleveren. Ook omdat je weet dat dit beter is voor het milieu. Maar hoe je nu zo efficiënt mogelijk bespaard? Daar zou je best wel eens wat meer over willen weten.

Energiekosten: verwarming, warm water & elektriciteit

Je maandelijkse energierekening bestaat uit verwarmings-, warm water- en elektriciteitskosten. Het grootste gedeelte komt hier vanuit de verwarmingskosten. Volgens Milieu Centraal zijn de kosten van je energierekening als volgt opgebouwd:

  • ruim 40% uit verwarmingskosten
  • 15% uit het warme (douche)water
  • 30% uit elektriciteitskosten van apparaten en lampen

Zo bespaar je op je verwarmingskosten

Hoeveel je kunt besparen hangt af van je huidige stroomgebruik. Hoeveel een huishouden per jaar verbruikt wisselt sterk: de zuinigste huishoudens verbruiken zo’n 1.500kWH en de minst zuinige zo’n 5.000 kWh per jaar. De meest eenvoudige manier om te besparen is door slim om te gaan met de verwarming in huis. Dit begint bij een goede isolatie. Je kunt tegenwoordig dubbelglas laten vervangen door HR++ of triple glas waarmee er nog minder warme via de ramen verloren gaat. Dit zijn maatregelen die wat meer voeten in de aarde zetten, maar er zijn gelukkig ook veel tips die je morgen al kunt toepassen:

  1. Zet de thermostaat één graadje lager
    Door de thermostaat een graadje lager te zetten, bespaar je op jaarbasis zo’n 100 euro. Dat is snel verdiend, want meestal merk je weinig van dat ene graadje kouder. Zeker als je gewoon bezig bent in huis met opruimen of afwassen is 19 graden echt voldoende.
  2. Zet de thermostaat ‘s nachts op 15 graden
    Door je thermostaat in de nacht op 15 graden te zetten, bespaar je per jaar zo’n 100 euro. Heb je vloerverwarming? Zet ‘m dan op 17-18 graden. Anders is het systeem lang bezig met opwarmen.
  3. Ook wanneer je niet thuis bent: thermostaat op 15 graden
    Niet thuis? Zet ook dan je thermostaat altijd op 15 graden. Hiermee bespaar je weer zo’n 170 euro per jaar mee. Ook hier geldt weer hetzelfde voor vloerverwarming.
  4. Geen thermostaat? Koop een thermostaatknop
    Een thermostaatknop is de oplossing als je radiatoren hebt die je handmatig moet bedienen. Een thermostaat knop kost maar 5 euro meer dan een gewone radiatorkraan terwijl je er op jaarbasis wel 160 euro mee kunt besparen door bovenstaande thermostaat tips uit te voeren.
  5. Verwarm je slaapkamer niet
    Als je je slaapkamer niet verwarmt, bespaar je op jaarbasis gemiddeld 80 euro. Ben je een koukleum? Trek een warme pyjama aan, leg een extra deken over je heen of verwarm een kruik. Slapen in een koele kamer is ook beter voor een goede nachtrust.
  6. Schaf een deurveer aan
    Een deurveer zorgt ervoor dat de deuren in huis automatisch sluiten. Hierdoor heb je minder tocht en blijft de warmte netjes in de verwarmde kamer. Je plaatst een deurveer bovenaan de deur voor op of naast de scharnier.

    Tips om te besparen op je energiekosten

  7. Gebruik je apparaten efficiënt
    Het klinkt heel simpel, maar het gebeurt vast nog wel eens dat de TV of radio aanstaat terwijl er niemand kijkt of luistert. Of dat je een half wasje draait. Zet apparaten uit wanneer je die niet gebruikt en draai alleen een was als de trommel vol zit.Voor een waterkoker geldt dit dan weer niet: doe daar juist de hoeveelheid water in die je ook nodig hebt voor de kopjes thee die je wil zetten. Met meer water in de waterkoker verbruik je meer energie.
  8. Zet je tweede koelkast alleen aan als het nodig is
    Die koelkast in de schuur is hartstikke handig voor extra koude biertjes, maar vast niet het hele jaar nodig. Zet deze alleen aan bij verjaardagen of wanneer je veel mensen over de vloer hebt voor een gezellige barbecue.
  9. Vervang gloeilampen door ledlampen
    Ze geven misschien wel wat minder gezellig licht dan een gloeilamp, maar een ledlamp verbruikt wel 85% minder stroom! Tegenwoordig heb je ook steeds dimbare ledlampen waarmee je alsnog een prima sfeerlicht in huis haalt.
  10. Let op het energielabel
    Of het energielabel dat je apparaat heeft zuinig is, hangt af het soort apparaat. Je zou denken dat je met een energielabel A+ wel goed zit, maar dit klopt niet bij vaatwassers, wasmachines, koelkasten en vriezers. Bij dit soort apparaten is A+ het laagste ofwel slechtste label dat er is. Slim is dus om bij deze apparaten te kiezen voor een A+++ label. Even voor je beeldvorming: een nieuwe droger met het energielabel A+++ verbruikt.Ook als je koelkast of vriezer nog niet stuk is, is het aan te raden om ‘m te vervangen door een zuiniger exemplaar. De energie die je bespaart met je nieuwe koelkast weegt namelijk ruim op tegen de milieubelasting die het produceren van deze koelkast heeft gekocht.
  11. Gebruik het ecoprogramma
    Hoewel het ecoprogramma op je wasmachine of vaatwasser veel langer duurt dan het korte programma, is het ecoprogramma toch echt duurzamer. Hiermee bespaar je tot 30% aan elektriciteit en een kwart aan water.

Tips om te besparen op je warm water kosten

Ook al is douchen met warm water ‘’maar’’ 15% van je energierekening, kun je hier toch snel en eenvoudig flink op besparen. Gemiddeld douchen wij Nederlanders zo’n 9 minuten per keer. Verminder je dit naar een douchebeurt van 5 minuten, dan bespaar je al bijna de helft meer aan water. Dit hoef je natuurlijk niet meteen iedere dag te doen, maar begin gewoon eens met 3-4 dagen per week maximaal 5 minuten douchen. Een douchetimer kan hierbij helpen. Op den duur zul je weinig verschil meer merken en is je dagelijkse douchebeurt nog steeds een verwenmoment.

Andere tips die je helpen om (warm) water te besparen zonder dat je hier iets van merkt, is het aanschaffen van een waterbesparende douchekop en thermostaatkraan. Met een thermostaatkraan is het douchewater sneller op temperatuur en verspil je dus minder water.

Nederlanders leven steeds duurzamer. Wil jij dit ook, maar weet je niet waar je moet beginnen? Met deze tips verklein je in 4 eenvoudige stappen je ecologische voetafdruk.

Om je heen zie je misschien al wel wat dingen veranderen: de buurman die zonnepanelen heeft, iemand in de rij bij de kassa met een eigen meegenomen tasje of de zoveelste televisiereclame over wat jij kunt doen voor een beter milieu. Logisch dat je dan niet helemaal weet waar je moet beginnen en wat nu echt duurzamere keuzes zijn. Lees gauw verder en ontdek hoe jij met kleine aanpassingen in je dagelijkse levensstijl je steentje kunt bijdragen.

1. Eet iets minder vlees

De snelste en meest effectieve manier om je ecologische voetafdruk te verkleinen is het eten van minder vlees. Als je een echte bourgondiër bent en wel van een lekker stukje vlees houdt, klinkt dit misschien niet zo aantrekkelijk. Gelukkig zijn er al veel lekkere plantaardige alternatieven en kun je met een paar kleine aanpassingen al veel bereiken:

  • Probeer één dag in de week vegetarisch te eten. Hiermee bespaar je ongeveer 1 maand douchewater, gemiddeld 1740 gram CO2-uitstoot en 1 maand werken voor een boom (Nationale Week Zonder Vlees). Stel je voor als je daar 2 of 3 dagen van zou maken!
  • Kies vaker voor kip (wit vlees) in plaats van rund (rood vlees). Kip heeft namelijk een veel lagere belasting op het milieu. Om een indicatie te geven van hoeveel impact een stukje rood vlees heeft op het milieu, maakt Milieu Centraal de volgende vergelijking: ‘’Wekelijks een gezinsmaaltijd steak op jaarbasis zorgt voor bijna evenveel CO2-uitstoot (0,9 ton CO2) als het volledige stroomverbruik in een gemiddeld huishouden (1,2 ton CO2). Om dat te compenseren moeten meer dan 40 bomen een jaar lang groeien.’’
  • Eet kleinere hoeveelheden vlees. Maak bijvoorbeeld een lekker wokgerecht of pasta waar je vlees in verwerkt in plaats van een stuk vlees als hoofdonderdeel van je maaltijd.

2 . Kies je groente en fruit bewust

Hoewel vlees de meeste impact heeft, kun je ook met groente- en fruit duurzamere keuzes maken. Zo is seizoensgroente- en fruit veel duurzamer. Simpelweg, omdat het niet met het vliegtuig naar Nederland hoeft te komen of in verwarmde kassen is gekweekt. Het Voedingscentrum geeft een mooi overzicht per seizoen zodat je het hele jaar door duurzamere keuzes kunt maken. Maar er zijn meer dingen die je kunt doen. Op Milieu Centraal vind je een heleboel tips over duurzame groente en fruit consumptie. We delen de makkelijkste tips om mee te beginnen:

  • Kijk bij het aanschaffen van groente en fruit waar het vandaan komt. Staat er een ver, exotisch land op de verpakking? Dan is de kans groot dat het product per vliegtuig is vervoerd. Ga liever voor producten uit Nederland of een Europees land, deze zijn waarschijnlijk per trein of vrachtwagen naar Nederland gekomen.
  • Koop in de winter geen vers zacht fruit, omdat dit met het vliegtuig moet komen of wordt verbouwd in een verwarmde kas. Wil je toch graag zacht fruit eten? In de diepvries vind je veel verschillende vers gevroren fruitsoorten.
  • Veel stevig fruit kun je het hele jaar kopen. Appels en peren zijn hiervan de meest duurzame optie en bijna het hele jaar verkrijgbaar.
  • Neem een eigen tasje mee voor je groente en fruit zodat je onnodig plastic verpakkingsmateriaal kunt vermijden. Bij diverse supermarkten zijn tegenwoordig herbruikbare groentezakjes te koop.

Toch blijft het lastig om per groente of fruit te bepalen wat de duurzamere optie is, omdat in ons land veel groentes op beide manieren worden verbouwd. Zo worden tomaten en komkommers bijvoorbeeld in de winter in gewoon in een verwarmde kas gekweekt. Dan is een tomaat die uit Spanje komt beter voor het milieu, dan die uit de verwarmde kas, omdat de CO2 impact van Spaanse producten die naar Nederland worden vervoerd lager is dan de Nederlandse productie in de verwarmde kas.

De prijs zegt vaak ook iets over de impact op het milieu. Uit onderzoek blijkt dat hoe duurder de groente, hoe slechter voor het milieu. Het is een grove vuistregel, maar kan best handig zijn voor als je in de supermarkt staat.

3. Voorkom voedselverspilling

Dit lijkt misschien een inkoppertje, maar nog steeds wordt er jaarlijks zo’n 9% van ons eten ongebruikt weggegooid. Dit komt neer op zo’n 34 kilo voedsel per persoon per jaar. Als je uitrekent hoeveel kilo dit is van alle Nederlanders bij elkaar, besef je vast wel dat voedselverspilling een groter probleem is dan je aanvankelijk dacht. Niet alleen is dit zonde van het eten, ook kost dit je gemiddeld 120 euro per jaar. De oorzaken van verspilling zijn verschillend. Vaak heb je teveel ingekocht, iets te lang bewaard of is het product gewoon niet lekker. Met deze eenvoudige shop- en bewaartips help je mee om voedselverspilling tegen te gaan:

  • Zet de temperatuur van je koelkast op 4 graden: zo blijven voedingsmiddelen het langst houdbaar.
  • Zet producten die je in de koelkast moet bewaren, zo snel mogelijk terug in de koelkast.
  • Bewaar tomaten, paprika en aubergine buiten de koelkast om te voorkomen dat ze bederven door de kou. Dit geldt ook voor tropisch fruit. Heb je er al een stukje afgesneden? Dan kun je het nog één dag in de koelkast bewaren.
  • Gooi niet zomaar alles weg na de houdbaarheidsdatum. Er bestaan twee soorten houdbaarheidsdata: de TGT-datum en de THT-datum. TGT betekent ‘te gebruiken tot’ en staat op kort houdbare producten zoals vlees en voorgesneden groenten. Is deze datum verstreken? Gooi het product dan weg, het is na deze datum namelijk niet meer veilig om te eten. Bij producten met een THT-datum ligt dit anders. Denk maar aan een pak melk of een doosje eieren dat een paar dagen over datum is. Voor deze producten geldt: kijk, ruik en proef een beetje om te bepalen of het product nog goed is.
  • Koop in de winkel producten die bijna over de datum zijn en maak ze snel op, anders gooit de supermarkt ze weg.

Vind je het lastig? De Verspillingsvrije coach, een app van Milieu Centraal, helpt je op weg!

4. Kies voor groene stroom

Niet alleen met bewuste voedingskeuzes, ook door te kiezen voor groene energie verminder je jouw ecologische voetafdruk. Groene stroom is energie die afkomstig is van duurzame energiebronnen die onuitputtelijk zijn, zoals: windmolens, zonnepanelen, biomassa en waterkracht.

Op dit moment heeft 70% van de Nederlandse huishoudens een groenestroomcontract. Toch is nog maar 7% van de energie in ons land duurzaam opgewekt. Dit betekent dat ruim 60% een groenestroomcontract heeft, maar eigenlijk grijze stroom koopt. In onze blog ‘Wat is nu echt groene stroom?’ leggen we uit hoe dit kan.

Steeds meer mensen stappen over op groene stroom. Dat is ook nodig. Maar wat is groene stroom nu eigenlijk en hoe weet je of de groene stroom die je kiest wel écht groen is? 

Wil je overstappen naar groene stroom of ben je al overgestapt? Goed bezig! Dat we samen overstappen naar groene stroom is belangrijk om de klimaatdoelstellingen te behalen. Toch bestaat er nog veel onduidelijkheid over wat groene stroom precies is. Dat is ook niet zo gek, want niet alle groene stroom is hetzelfde. Anders dan grijze stroom, waarbij de elektriciteit wordt opgewekt uit fossiele brandstoffen, wordt groene stroom opgewekt uit duurzame energiebronnen. Een belangrijk criteria voor groene stroom is dat dit duurzame energiebronnen zijn die niet opraken. Dit zijn de wind, de zon, organische materialen en water.

Verschillende soorten groene stroom

In Nederland zijn er veel aanbieders van groene stroom, maar zij bieden niet allemaal hetzelfde aan. Er zit namelijk verschil in de milieuvriendelijkheid van de soorten groene stroom. Weet jij nog niet welke? Lees dan gauw verder.

Windenergie en zonnepanelen

Een groene manier van energieopwekking is via windmolens en zonnepanelen. Beiden putten uit een onuitputtelijke bron en richten geen schade toe aan de lucht. Wel heeft de productie van wind- en zonneparken schadelijke effecten. Toch zijn de schadelijke effecten over de hele levensduur van windmolens en zonnepanelen veel lager dan bij alle andere methodes. Op dit moment komt 55% van de groene energie in Nederland van windenergie en 17,5% van zonne-energie.

Biomassa

27% van onze groene energie wordt opgewekt met biomassa. Of groene stroom ook echt groene stroom oplevert hangt volgens de Consumentenbond af van wat er wordt verbrand om energie op te wekken. Biomassa kan bijvoorbeeld mest of hout(afval) zijn. Met houtafval wordt er wel groene stroom opgewekt, maar vanuit duurzaam oogpunt is een ander gebruik van hout nog beter. Ook levert elke verbranding van hout luchtvervuiling op. Deze vervuiling is bij grote biomassacentrales wel beter te beperken, dan wanneer je zelf thuis lekker de houtkachel aan doet.

Zeker wanneer er speciaal voor de opwekking van energie oerbossen moeten worden gekapt of gewassen worden geteeld kun je je afvragen of dit wel zo’n duurzame methode is. Biomassa met vermesting is er ook zo een: het materiaal dat hiervoor nodig is, is ook geschikt als veevoer. Biomassa is wel helemaal ‘groen’ bij vergisting van rioolslib, waar toch weinig anders meer mee wordt gedaan.

Waterkracht

Nederland is een echt waterland, toch wordt maar 0,5% van onze energie met waterkracht opgewekt. Volgens de Consumentenbond wordt waterkracht als duurzame methode beschouwd wanneer het kleinschalig wordt opgewekt zodat de visstand en ecosystemen worden verstoord. Bij grootschalige waterkrachtcentrales gebeurt dit wel.

Hoe zit het dan met aardgas?

Aardgas is een niet onuitputtelijke bron en de verbranding ervan zorgt voor Co2 uitstoot. Daarom is aardgas officieel geen groene stroom. Toch stoot een gascentrale de helft minder Co2 uit in vergelijking met kolencentrales en is de uitstoot van andere vervuilende stoffen veel minder. Aardgas hebben we (totdat er een andere oplossing is) nu nog wel even nodig als back-up in tijden van windstilte of weinig zon.

Hoe groen is mijn groene stroom?

Zonnepanelen

Bijna 70% van de Nederlandse huishoudens heeft een groenestroomcontract, toch is nog maar 7% van de energie in ons land duurzaam opgewekt. Dit betekent dat ruim 60% een groenestroomcontract heeft, maar eigenlijk grijze stroom koopt. Dit komt door de Garantie van Oorsprong, die in het leven is geroepen om de opwek van groene stroom te stimuleren.

Energieproducenten krijgen zo’n Garantie van Oorsprong certificaat voor iedere megawatt aan duurzame energie die ze opwekken. Zo kunnen ze laten zien dat ze de stroom die ze verkopen duurzaam is opgewekt. Toch gaat dit niet helemaal eerlijk. In landen waar bijna alle energie duurzaam wordt opgewekt, zoals in Noorwegen, zijn deze certificaten vrijwel niets waard. En dus verkopen ze deze certificaten, zonder de bijbehorende energie, aan producenten van grijze energie. Lees hier meer over hoe dit kan.

Of de groene stroom die je krijgt wel echt groen is, hangt niet alleen af van de duurzame energiebron of het land waar het vandaan komt, maar ook van de leverancier. Een leverancier van zonne-energie die ook nog een kolencentrale heeft gebouwd, is niet zo duurzaam als hij doet lijken. Dat zou zonde zijn!

Kies je eigen energiebron

Met al die onduidelijkheden en addertjes onder het gras, zou het fijn zijn als je gewoon je eigen windmolen of zonnepanelen zou kunnen hebben of niet? Vandebron heeft hier een oplossing voor. Je kiest hier niet alleen voor biomassa, wind- of zonne-energie. Nee, je kiest ook of jouw groene stroom van Leo en Willemine uit Zeewolde of van een zonnepark in Tilburg vandaan komt. Een heuse energie marktplaats: dat is niet alleen slim, maar ook leuk! Klik hier voor meer informatie over groene energie bij Vandebron.